Jurgen Wielart

Jurgen Wielart

Jurgen Wielart, geboren in januari 1992, vond het leuk om te rennen en is daarom op achtjarige leeftijd lid geworden. Hij deed daarvoor aan schaatsen, maar wilde eens iets anders proberen en het idee dat vader Ruud bij de atletiek training gaf (en nog steeds geeft), sprak hem ook wel aan.

Wanneer is jouw atletiekcarrière in een versnelling gekomen?
“Heel lang heb ik ongeveer één keer per week getraind, eigenlijk tot mijn 17de. Lange tijd was het gewoon leuk, naast school, maar toen ik als B-junior de smaak te pakken kreeg en in 2009 vijfde werd op het NK-junioren, werd het een stuk serieuzer. Toen keek ik wel eens met een half oog naar de clubrecords op de 400 meter bij de junioren B en A, maar dat is er bij beide categorieën niet van gekomen. In 2009 ben ik me meer op het sprinten en de 400 meter gaan toeleggen. Ik trainde tijdens mijn juniorentijd drie keer per week en mijn progressie was elk jaar groot. Van 50,92 seconden toen ik 17 was, naar 48,90 in 2010 en 47,58 in 2011. Maar om toen al aan het juniorenrecord van 47,14 te denken was niet realistisch. De tijd van Mario Westbroek op de 400 meter is bijzonder scherp en hij was in zijn juniorenjaren al veel getrainder dan ik”.

Sinds wanneer zit je in de nationale 4×400 meter ploeg?
Vanaf 2011, toen was ik nog A-junior, zit ik in de nationale ploeg. In 2015 heb ik helaas door een blessure niet mee kunnen lopen. Door wat pech zijn we nog niet geplaatst voor de Olympische Spelen, maar wie weet lukt dat in 2016 nog. Ik heb inmiddels al diverse keren op verschillende toernooien met de 4×400 voor Nederland gelopen. Het blijft leuk om zo als team te lopen en het beste uit elkaar te halen”.

En inmiddels is Jurgen de trotse houder van het senioren clubrecord op de 400 meter. Een mijlpaal in de geschiedenis van onze vereniging. Vader Ruud en zoon Jurgen allebei op de recordlijst, en beiden met prestaties die passen in het historische beeld van “het grote Haarlem”. Vader Ruud die in de jaren zeventig nieuwe Nederlandse normen stelde op het hoogspringen en tot de wereldtop behoorde, en nu zoon Jurgen die op de 400 meter de grenzen verlegde!

Wanneer pakte je dat clubrecord?
“Dat was op 21 augustus 2013 in Amsterdam, op de NK-finale. Die tijd van 45,83 was niet alleen een nieuw clubrecord, maar toen ook een kampioenschapsrecord. Het was een week na het EK<23, waar ik in de finale stond, en in diezelfde week haalde ik ook het laatste tentamen voor mijn Bachelor. Later in het seizoen liep ik met 33,28 ook nog een PR op de 300 meter”. Je noemt het Bachelor examen. Jouw oorspronkelijke plan, om na het VWO geneeskunde te gaan studeren, heb je dus doorgezet?
“Ja, ik studeer medicijnen aan de Vrije Universiteit in Amsterdam en ben inmiddels aan het einde van mijn vijfde jaar beland. Momenteel staan mijn pijlen gericht op de neurologie. Het zenuwstelsel, neurologische ziektebeelden en het neurologisch onderzoek hebben mijn bijzondere interesse. Het lijkt me erg mooi om daar mijn vak van te maken.
De studie tot basisarts duurt 6 jaar, maar ik ga tijdelijk stoppen komend jaar om me optimaal op het atletiekseizoen te kunnen richten. De combinatie van coschappen en trainen en wedstrijden op topniveau is simpelweg niet te doen”.

Kan je zo maar een jaartje stoppen?
Door middel van mijn ‘topprestatieregeling’ bij de VU kan ik dit zo plannen. Het lopen van coschappen gaat namelijk gewoon door in de zomer, en wat rustiger aan doen gaat niet, want je draait gewoon volle weken van 45 tot 50 uur in het ziekenhuis.

Jurgen Wielart hardlopend op de atletiekbaan Hoe staat het met je blessure?
Ik ben nog steeds herstellende van een peesblessure aan mijn hamstring, die mij dit jaar aan de kant heeft gehouden. Ik moet de kracht in dit been weer geleidelijk opbouwen en de asymmetrie zo uit mijn lichaam halen. Het was soms moeilijk om volop te blijven trainen en in de hersteltrainingen erg diep te gaan, maar door de goede steun en aanpak van Ruud en het vertrouwen dat ik bijvoorbeeld van Adidas nog krijg, lukt het om te blijven werken aan mijn herstel.
Met Diepeveen Fysiotherapie, die mij hierbij geweldig op weg helpen, werk ik zo verder aan een nog beter geheel. Natuurlijk is het erg vervelend om niet te kunnen lopen, maar dit geeft mij ook de tijd om te werken aan punten als kracht, lenigheid en stabiliteit waarop ik een beetje achterloop. Bij de fysiopraktijk van Diepeveen hebben ze daar een goede kijk op en Ruud weet natuurlijk ook erg goed hoe ik mijn rondje(s) zo snel mogelijk kan lopen.
Die combinatie met mijn vader is eigenlijk alleen maar beter gaan lopen. Waar eerst mijn vader de basis heeft gelegd en me al naar die 45,8 gebracht heeft, blijft hij punten zien waar ik in kan verbeteren. Ik denk dat er in Nederland weinig trainers met zo’n scherpe blik rondlopen.

Heb je nog tijd voor andere hobby’s?
“Ik heb nog vrij lang cello gespeeld, nu pak ik dat bij vlagen op en hetzelfde geldt voor tekenen. Het blijft leuk om dit een beetje te onderhouden en te ontwikkelen, maar na een lange dag coschappen in het ziekenhuis en met een training nog op het programma, komt het er vaak niet van, helaas”.

Wat zijn je doelen voor volgend jaar?
Ik hoop allereerst komend jaar te zijn hersteld van mijn blessure en weer te laten zien wat ik kan. Als ik aan wedstrijden denk, dan is het doel in de eerste plaats de Olympische Spelen zien te halen. En daarnaast is het EK in Amsterdam natuurlijk ook een erg mooi doel.

Ik hoorde van jouw trainer (van Ruud dus) dat je heel voorzichtig aan “een achthonderd meter” denkt.
“Gedurende de winter, als ik het lopen, na mijn blessure, weer kan oppakken, ga ik kijken welke kant ik komend jaar uit zal gaan. Ik wil op de 400 meter nog wel stappen zetten omdat ik voel dat ik veel meer kan dan in 2013, maar op de langere termijn zal ik mij waarschijnlijk op de 800 meter richten. Dit idee heb ik eigenlijk al langer. Het komt voort uit mijn loopstijl en uit wat ik in trainingen ervaar dat me het makkelijkste afgaat. Ruud zag dit al eerder en mede door Sebastian Coe, de oud-wereldrecordhouder op de 800 meter, raakte ik erg geïnteresseerd in deze afstand. Het is grappig dat mensen die de 800 meter kennen dit ook hebben opgemerkt. De houder van het Nederlands record, Bram Som, heeft dit herhaaldelijk tegen me heeft gezegd. De tijden die ik wil lopen zitten zeker in mijn hoofd, ik denk dat je dat ook nodig hebt om het optimale uit jezelf te halen.

Foto’s: René Ruis
Tekst: Leo van der Veer
(December 2015)

Interviews

Annuleren